We dragen allemaal miljoenen bacteriën bij ons. Een goede zaak, want zonder bacteriën kunnen we niet overleven. Helaas kunnen sommige bacteriën ons ziek maken. Ze dringen dan het lichaam binnen, vermeerderen zich en scheiden bepaalde stoffen (toxines) uit. Die toxines veroorzaken een ontsteking (infectie). Voorbeelden daarvan zijn een blaasontsteking, sommige SOA’s en longontsteking.
Antibiotica werken afhankelijk van de soort specifiek op één bacteriegroep of breed op verschillende groepen. Ze verzwakken of doden bacteriën of remmen de groei ervan. Je lichaam ruimt de verzwakte of gedode bacteriën op. Je hebt misschien al ervaren dat antibiotica ook negatieve effecten kunnen hebben, zoals diarree. Wat kun je zelf doen om de vervelende gevolgen van antibiotica zoveel mogelijk te voorkomen?
Probiotica houden je darmen in balans
Een behandeling met antibiotica kan je darmflora verstoren. Daardoor kunnen lichaamsvreemde bacteriën je darmen koloniseren en kan je last krijgen van diarree. Risicofactoren om klachten te krijgen bij het gebruik van antibiotica zijn een hoge leeftijd, ernstige ziekte en het gebruik van maagzuurremmers. Mensen die tijdens de antbioticakuur direct starten met probiotica hebben 60% minder risico om diarree te ontwikkelen [1]. Er zijn geen ernstige bijwerkingen bij het innemen van probiotica. Soms kan je last krijgen van buikkrampen en winderigheid. Vaak volstaat het dan om de probiotica-dosering te halveren.
B-vitamines voorkomen tekorten
Je darmflora maakt verschillende B-vitamines zoals thiamine (B1), pantotheenzuur (B5), vitamine B6, vitamine B12, foliumzuur en biotine. Verandering van de darmflora door voeding, ziekte of antibioticagebruik heeft invloed op de aanmaak van die vitamines. Daarom was het vroeger gebruikelijk om bij je antibioticakuur ook B-vitamines van de arts of apotheker te krijgen. Zo voorkom je dat je tekorten oploopt. Moet je antibiotica slikken, kies dan bij voorkeur voor een B-complex met actieve B-vitamines zoals actief vitamine B2 (als riboflavine-5-fosfaat), vitamine B6 (als pyridoxal-‘5-fosfaat), vitamine B12 (als methylcobalamine) en actief foliumzuur (folaat, 5-methyl-tetrahydrofolaat). Die vormen kan het lichaam direct gebruiken (zonder ze eerst te moeten ‘activeren’) en zijn minder belastend voor je spijsverteringsstelsel.
Referentie
Holtman GA, Van Summeren JJGT. Probiotica tegen diarree bij antibiotica. Huisarts Wet 2019;62:
