Meteen na de geboorte regelen twee belangrijke verdedigingsmechanismen de bescherming tegen ziektekiemen: passieve immuniteit en aangeboren immuniteit.
- Passieve immuniteit bestaat uit de antilichamen van de moeder. Die worden vóór de geboorte via de placenta doorgegeven en na de geboorte via moedermelk.
- De aangeboren immuniteit is bij de geboorte nog 'onvolwassen'. Daardoor kan de baby de antilichamen van de moeder verdragen en wordt het immuunsysteem niet constant geactiveerd tijdens de ontwikkeling.
Vitamine- en mineralenbehoefte van het jonge kind:
- Borstvoeding is de beste start, minimaal drie à zes maanden.
- De baby is tijdens de borstvoeding afhankelijk van de moeder voor: vitamine A, B1, B2, B6, B12, C en D, ijzer en zink.
- De baby is tijdens de borstvoeding niet afhankelijk van de moeder voor: calcium, koper en magnesium.
- Jonge kinderen hebben een lagere behoefte aan vitamines en mineralen dan volwassenen. Toch hebben ze een groot risico op meerdere tekorten.
- Veel voorkomende tekorten: ijzer, vitamine A, D en E, foliumzuur, jodium, ijzer, selenium en zink.
- De gevolgen van tekorten zijn een grotere kans om ziek te worden of zelfs te sterven (vooral in ontwikkelingslanden, bijv. door diarree, mazelen of longontsteking)
- Ter ondersteuning van de immuniteitsontwikkeling in de darmen, kan het kind worden ondersteund met orale symbiotica met Enterococcus faecalis en arabinogalactanen uit Lariks.
Moedermelk
Moedermelk is de beste start voor de baby, zeker voor de ontwikkeling van het immuunsysteem. Moedermelk bevat verschillende ontstekingsremmende stoffen, antistoffen, essentiële vetzuren, vitamines en mineralen. Natuurlijk is de samenstelling afhankelijk van de voeding van de moeder. Meestal is het vitamine D-gehalte van moedermelk laag en onvoldoende om te voldoen aan de behoeften van de baby. Dat geldt ook voor vitamine A en zink.
Adaptieve immuniteit
Naarmate kinderen groeien en zich ontwikkelen, ontwikkelt het immuunsysteem zich met hen mee (adaptieve immuniteit). Het immuunsysteem 'leert bij' door blootstelling aan uitdagingen, waaronder buiten ravotten, contact met huisdieren, diverse voedingsmiddelen en andere (buitenlandse) omgevingscomponenten. Hoe gevarieerder de ervaringen, hoe sterker het immuunsysteem wordt. Zesjarige kinderen hebben meer immuuncellen dan zuigelingen, maar nog steeds slechts de helft van volwassenen.
Jonge kinderen hebben een verhoogde infectiegevoeligheid
Omdat zowel de aangeboren als de adaptieve immuniteit nog moeten rijpen, zijn jonge kinderen vatbaarder voor infecties dan adolescenten en volwassen. Daarbij hebben jonge kinderen een grotere kans op blootstelling aan ziekteverwekkers op het kinderdagverblijf of op school.
Zuigelingen en kleuters hebben een groot risico op meerdere tekorten. Wereldwijd zijn de vier meest voorkomende tekorten vitamine A, jodium, ijzer en zink. Bij het jonge kind in de westerse wereld treden ook tekorten op, vooral vitamine C, D en B-vitamines. Tekorten van wateroplosbare vitamines en mineralen komt vaak voor omdat kinderen kieskeurig zijn in wat ze eten en groene (blad)groenten vaak niet lekker vinden.
Maakt het kind één of meerdere infecties door, dan heeft het een grotere behoefte aan essentiële voedingsstoffen. De meeste kinderinfecties (zoals waterpokken of mazelen) komen maar één keer voor en geven vervolgens levenslange bescherming. Bij rhinovirussen die verkoudheid veroorzaken, komt herinfectie wel vaak voor. Er is bijvoorbeeld vastgesteld dat kinderen jonger dan een jaar gemiddeld zes verkoudheden per jaar doormaken. De frequentie neemt af tot ongeveer drie verkoudheden per jaar bij oudere kinderen (10–14 jaar). Infecties van de onderste luchtwegen (bijv. bronchitis) komen vaker voor bij kinderen onder de vijf jaar dan bij enige andere leeftijdsgroep. Risicofactoren zijn onder meer luchtvervuiling en suboptimale borstvoeding.
Ontdek de specifieke kenmerken van het immuunsysteem en de vitamine- en mineralenbehoefte van adolescenten, volwassenen en ouderen.
Referentie
Maggini S, Pierre A, Calder PC. Immune Function and Micronutrient Requirements Change over the Life Course. Nutrients 2018.